Als we bij een van onze laatste bezoeken aan Martien hadden gevraagd of hij in kon
stemmen met het uitspreken van een herinnering tijdens de uitvaartdienst, zou hij
geantwoord hebben, nergens voor nodig:
‘t is al lang goed.
Door diverse omstandigheden geraakte het bestuur van de KBO, een drie of viertal
jaren geleden, in een bijna crisis door het ontbreken van een voorzitter en secretaris.
Op zoek naar invulling van deze vacatures kwam ik ergens Martien tegen en vroeg
hem of hij het secretariaat op zich wilde nemen. Normaal gesproken zou iemand met
enige mate van hinder door opkomende reuma hier negatief op gereageerd hebben,
maar omdat het KBO bestuur in de luxe omstandigheid verkeerd, de beschikking te
hebben over een zeer gewaardeerde notuliste, mochten we ons gelukkig prijzen met
de toezegging van Martien.
Vele gezamenlijke bezoekjes aan diverse instanties zijn er afgelopen jaren gebracht om
vooral aandacht te krijgen voor de zeer dringende behoefte aan ouderenhuisvesting in
Volkel, waarbij zijn ervaring uit zijn werkzaam leven zeer goed van pas kwam.
Op een rustige relativerende geduldige manier wist Martien aandacht te krijgen voor
de problematiek, niet met een gestrekt been erin maar de wil om te luisteren naar
steekhoudende argumenten.
Dat deze fraaie eigenschappen ook bij zijn vorige superieuren gekend waren, bewijst
een volgende anekdote. Als een nog jonge ambtenaar werd Martien een keer uitgezonden
naar een verbolgen en furieuze bewoner van de gemeente waar hij toen werkzaam was.
Kennelijk viel er niet mee te praten, totdat Martien het gesprek aanging met als resultaat
een tevreden klant die uitsluitend nog met Martien in overleg wilde.
Het mag duidelijk zijn dat we hier nog tal van herinneringen kunnen ophalen aan zijn
werkzame leven en zijn niet aflatende inzet voor de gemeenschap van Volkel. Martien
was bereid om besluitvaardig op te treden ook als het niet zo gemakkelijk was. Of het
nu was bij de stichting Volkelse gemeenschap, het school- en kerkbestuur de gemeenteraad
en zeker nog andere functies, die ik niet ken, zijn inbreng deed ertoe.
De onwerkelijke tijd waarin we nu leven verhinderd om op een waardige wijze afscheid
te nemen van dierbaren. Normaal zouden velen aanwezig geweest zijn bij het afscheid
waarbij kennis genomen kon worden van Martiens vele verdiensten en dankbaarheid
uitgesproken richting zijn naasten.
Namens de KBO Volkel wensen we Lies en haar familie veel sterkte om dit verlies te
kunnen verwerken.
Rest mij tot slot, namens de KBO Volkel, een van harte uitgesproken “DANK JE WEL”
aan Martien en als ik me niet vergis hoor ik ergens een echo:
‘t- is allang goed. (kenmerk van zijn bescheidenheid)